Circulaire bouw.

Gisteren kreeg ik een telefoontje van een student:  of hij langs kon komen voor een gesprek over het gebruik van tweedehands en oude bouwmaterialen. Hij had bronnen nodig voor zijn scriptie “Circulaire bouw”.  Hij was al bij een groot sloopbedrijf geweest, en wilde nu een vragenlijst aan mij voorleggen, als handelaar in oude bouwmaterialen.  En natuurlijk doe ik daar aan mee. In de eerste plaats omdat zo’n jongen daar serieus mee bezig is, maar vooral ook omdat ik een groot voorstander ben van circulaire  bouw. In principe houdt dit gewoon in dat men bij de sloop van (grote)  gebouwen de bruikbare materialen eruit haalt, enige tijd bewaart, en dan weer gaat gebruiken bij nieuwbouw. De student dacht dat dit een gemakkelijk onderwerp zou zijn, maar daar zat hij toch even fout mee, en daar was hij na één gesprek al deels achtergekomen, en na het gesprek met mij nog meer. Want bij circulaire bouw moeten er knoppen omgedraaidfoto-overzicht-frasnesbewerkt-1 worden. Mensen moeten zich bewust zijn dat het om het besparen van grondstoffen gaat, en dat de afvalstroom ingeperkt moet worden Het gaat dus om bewustwording. Maar het gaat nog meer om belangen en geld.  Want bij gebruik van oude materialen worden er minder nieuwe goederen verkocht, en dat doet pijn bij bepaalde bedrijfstakken. Bovendien is het veel duurder om circulair te bouwen omdat er veel meer manuren in opgaan. Men gaat nu niet slopen, maar demonteren. De goederen moeten met beleid worden behandeld, vervoert en opgeslagen worden. Wie gaat dat extra gedeelte betalen?  Dat lukt alleen met subsidies. En in de praktijk zijn dat de grote slopers. Zij zijn gecertificeerd en hebben de juiste middelen en opslagcapaciteit. Het is dus duidelijk dat niet iedere sloper of handelaar hier op zit te wachten. Het zal dan ook van bovenaf gereguleerd moeten worden. Er zullen kaders moeten komen waarbinnen gewerkt moet worden. En daar zit natuurlijk niet iedereen op te wachten. Maar het is op zich wél  mogelijk, want de overheid heeft inmiddels ook regels opgesteld voor asbest, en al geruime tijd voor de certificering van gebroken puin. Puin wordt nog door een beperkt aantal bedrijven ingenomen, en het gebroken puin kan alleen nog verkocht worden als zo’n grote berg puin aan een onderzoek is onderworpen. Is er geen certificaat, wordt het puin niet afgenomen voor werkzaamheden in de wegen bouw. In het zuiden van ons land, en ook bij onze zuiderburen, zijn ze al iets verder met deze materie, en zijn er al bouwprojecten vrijgegeven waarbij gebruikte materialen van de voorafgaande sloop gebruikt  MOESTEN worden.  Het is ook al voorgekomen dat bij het inschrijven van  werken niet de nummer 1 werd gekozen, maar nummer 2 omdat die met gebruikte materialen ging werken. Een hogere prijs voor het werk vanwege het gebruik van tweedehands materialen. In principe is dat natuurlijk ook een vorm van gesubsidieerde bouw, maar toch. Er wordt iets in gang gezet. En in mijn optiek is dat ook de enige manier, want heel veel bedrijven hebben er geen belang bij dat er in hun keuken wordt gekeken. Voor de witgoedbranche is al zoiets opgezet, en ook het inzamelen van oude batterijen wordt goed aangepakt. Maar iedereen moet er natuurlijk wel achterstaan. Het gaat vooral om geld, maar ook om een groot deel bewustwording. Toen wij jaren geleden een filiaal openden in Heerenveen kreeg ik twee gegraveerde plaatjes circulaire-bouw-en-sloopnatuursteen van een collega met hele pakkende teksten:  Gebruikte materialen geven u  vertrouwde signalen, en Wacht even, geef gebruikte materialen een tweede leven. En zo is het precies, want gebruikte materialen kunnen gerust nog een ronde mee, soms nog wel 100 jaar. Metselstenen, straatklinkers, dakpannen, dakhout, vloerhout en balkhout voldoen aan vrijwel alle eisen. En dat geldt ook voor ijzeren balken en paneeldeuren.  Afval zal er natuurlijk altijd blijven op een sloop, maar ook dit afval wordt al tijdens de sloop gesorteerd en kunnen vaak gerecycled worden. Dat zien we ook al bij de verwerking van autowrakken. Het werd al met al een leuk gesprek waarbij het steeds duidelijker werd dat het niet een eenvoudig en afgebakend onderdeel is van onze toekomst.  Maar het blijft geweldig om te doen, en als zoiets anderhalf uur van mijn tijd kost heb ik daar totaal geen probleem mee, want het gaat tenslotte om de toekomst. Niet alleen van onze leeftijdsgroep, maar ook van onze kinderen en kleinkinderen.

Geef een reactie