Pure kracht.

Onlangs kwam ik een foto tegen  van onze zoon. Tijdens het dorpsfeest van 1999 waren de sterkste mannen van onze provincie in Broeksterwoude  bezig met allerlei zware onderdelen, en natuurlijk moest er even een foto gemaakt worden van de enorme spierballen van onze zoon. Heel toevallig kwam Wout Zijlstra  ook even langs, en deed ook even een duit in het zakje. Of was het toch andersom?  Een prachtige IMG_0001foto.  Later werd in de pauze een melkbussenrace gehouden, en toen werd er van mij een foto gemaakt, want natuurlijk moest ik ook meedoen. Dat kwam vooral omdat anderen dat vonden.  Nu is het geval dat ik best wel een beetje sterk ben. Daar kwam ik achter toen we ergens rond 1974 bezig waren met het verzamelen van brandbaar spul voor de Koninginnebult van Damwoude.  Dat was destijds heel normaal, maar is nu niet meer denkbaar vanwege het milieu. Een leeftijdgenoot uit Broeksterwoude liet zijn krachten even zien, en tilde een Opel Kadett  aan de achterbumper van de grond. Wij natuurlijk ook allemaal even proberen, en ik was de enige die het Duitse vehikel van de grond kreeg. Van huis uit zijn wij allemaal vrij fors gebouwd, en ook het feit dat wij altijd zwaar lichamelijk werk hebben gedaan heeft er aan bijgedragen dat ik toch wel mijn mannetje sta als  het om zwaar werk gaat. Ergens rond mijn 18e  werd ik uitgedaagd om het biljart in het café in Damwoude op te tillen, en dat lukte vrij gemakkelijk. Toen ik later met  fitness begon, werd het vooral een gezeul met veel gewichten. Het ging vooral om piek momenten, en niet zozeer om conditie. En als je dan toch “een beetje meer in de bouten hebt” dan een ander, is het al snel zo dat je ook wat meer doet dan een ander:  of méér, of zwaarder. En dat blijft de rest van het leven zo. Zo werd ik ook continu uitgenodigd om mee te doen met het arm worstelen  toen ik rond mijn 18e op het middelbaar onderwijs in Leeuwarden terecht kwam. En ook daar kon ik behoorlijk meekomen. Nu zult u vast denken “wat een hoge eigendunk, wat een opschepper”. Zo lijkt het natuurlijk ook, maar zo is het nu eenmaal. Maar zo rond het 50 levensjaar wordt het toch allemaal wat minder. Zeg maar gerust veel minder. Het wordt allemaal wat strammer,  en om een uur of 3 begin je ’s middags al op het horloge te kijken of het misschien al 5 uur is.  Maar het feit blijft dat je toch nog door anderenmelkbussenrace wordt uitgedaagd. Nu heb ik dat weer op mijn biljartclub in De Westereen. Of ik wil arm worstelen. En in principe wil ik dat wel, maar ik denk nu een stapje verder dan vroeger. Want destijds had ik klakkeloos  ja gezegd, maar nu niet meer. Want stel, ik win en heb de volgende dag de hele dag last van overbelaste spieren. Of stel dat ik het onderspit moet delven. Beide keren is het eigenlijk verliezen. Bij winst loop ik tevens nog eens het risico dat men revanche wil nemen, en moet ik nog eens aan de bak. Het risico is gewoon te groot geworden. Vrijwel alles wat wij dagelijks doen heeft te maken met mijn arm en rug spieren, en die wil ik niet meer overbelasten door zoiets onbenulligs. Het is duidelijk:  ik ben gewoon ouder aan het worden, en ben nu veel bewuster bezig met de dingen om mij heen. Beter oliedruk dan bloeddruk. Die uitspraak hoorde ik onderweg geregeld, en eerlijk gezegd had ik daar lak aan. Maar nu kijk ik zelf ook eerst of het werk gedaan kan worden met een kraan o.i.d.  Dus toch oliedruk.  En het is echt niet zo dat ik lui wordt, maar Een Opel Kadett optillen, of een biljart optillen behoren niet meer tot het assortiment. Dat mag een ander nu wel doen.  De pure kracht van weleer is nu meer een afgemeten zaak.

Geef een reactie