Zo goed als niets.

Inderdaad, zo goed als niets.  Bijna niets. Vrijwel niks.  En zo kan ik er nog wel een aantal bedenken. Het gaat dan om reacties op mijn blog en recent ook de link naar Facebook.  Voorheen keek ik zo nu en dan nog wel eens naar de teller die het aantal viewers aangaf, en dat was best wel leuk omdat ik dan ook direct kon zien uit welk land ze kwamen. Op een gegeven moment ben ik daar mee gestopt omdat het aantal lezers iedere keer hoger was en ik er dus een gerust gevoel bij had. Niet dat het mij wat uitmaakt, want ik schrijf toch. Ik vind het leuk om te doen en het is leuk om reacties te krijgen. Maar daar zit het grote probleem: er komen vrijwel geen reacties! Vandaar ook de titel boven dit stukje. Zelfs op Facebook blijft het rustig. Natuurlijk vindt iedereen het leuk, en staat er wel eens wat reacties onder. Maar meestal zijn dat dezelfde mensen die een reactie plaatsen. Maar op mijn blog heb ik welgeteld nog nooit één reactie gehad! Maar “onderweg” is het één en al reacties. “Leuk stukje”  of “je hebt volkomen gelijk”  enz.  Dan hebben heel veel mensen ineens wél een mening. Blijkbaar is het voor veel mensen een bezwaar om hun mening kenbaar te maken op een blog of op Facebook.  Ik krijg  natuurlijk ook wel commentaar op mijn artikeltjes. Vaak genoeg zelfs. En dat vind ik dan wel weer leuk, omdat die mensen wél voor hun mening uitkomen, en ik op die manier ook weer andere informatie binnenkrijg. Want dat is ook weer een facet van al die schrijverij: ik krijg soms bewust informatie toegespeeld met de vraag of ik daar wat over wil schrijven.  Andersom gebeurt overigens nog vaker: sommige mensen zijn gewoon een beetje bang om aan het woord te blijven als ik in de buurt ben. Doodsbenauwd dat ik  hun naam ga noemen ik een artikeltje. Heel soms verteld iemand mij  wat, en zegt er dan keihard bij dat ik datgene niet mag gebruiken in een artikeltje. En dat respecteer ik natuurlijk. De enige manier om mensen een reactie te ontlokken is om te schrijven over politiek,  geloof,  of bijvoorbeeld asielzoekers. Sex doet het ook altijd goed. Maar daar schrijf ik dus niet over, want dan wordt het eindeloos gezever over onderwerpen die al volledig uitgekauwd zijn. Daarom hou ik het allemaaltheo-van-gogh-en-pim-fortuyn wat dichter bij huis. Leuke, lieve verhaaltjes over van alles en nog wat. En zelfs dan komen er maar amper reacties. Vandaag schudde mijn broer weer eens stevig aan de boom:  omdat hij zo weinig reacties krijgt op zijn  Facebookpagina van Regionaalnet  denkt hij er aan om even een pas op de plaats te doen. En ik begrijp dat héél goed. Hij heeft in een relatief korte periode ruim 7500  foto’s geplaatst op Facebook, en heeft inmiddels een paar duizend volgers. Toch is er maar een handjevol vaste reageerders met informatie. Natuurlijk weer onnoemelijk vaak reacties als “Oh, dat weet ik ook nog wel” en “ Dat is mijn opa”  enz. Maar mijn broer hoeft geen bevestiging dat iemand dat nog wel of niet weet. Hij zoekt informatie:  wie zijn het, waar is het, wanneer was het, etc.  Ik weet dat hij nog vele tienduizenden foto’s heeft die geplaatst moeten worden. Misschien onderhand wel meer dan honderdduizend. Dozen vol plakboeken worden wekelijks gescand en opgeslagen. En dan is het leuk als er vanuit de lezers ook feedback komt. Zo goed als niets. Opnieuw die titel.  We hebben er opnieuw weer eens over gesproken, maar het gaat echt niet anders worden. Veel lezers, veel kijkers  en veel gluurders (die letterlijk nooit reageren). Op TV zijn er iedere avond programma’s te zien waar dagelijkse onderwerpen worden behandeld, zoals  DWDD, Jinek, RTL Late Night, Pauw etc. Daar komt nog wel eens wat vuurwerk voorbij.  Maar dat zijn beroepssprekers, het is hun dagelijkse bezigheid waar ze vaak heel dik voor betaald worden. Ook als ze als gast aan tafel zitten. En als je dan weer té vaak een uitgesproken mening ventileert wordt je in ons land gewoon vermoord. De kop mag niet boven het maaiveld. De regelmaat regeert. En waarschijnlijk is dat ook de reden dat er zo weinig reacties komen op Regionaalnet, en op mijn eigen blog Broekcity. Men is op een bepaalde manier bang voor wat een ander Simons-Sylvana-3denkt of zegt. En dat zal ook wel nooit veranderen. En dat heb ik dus ook tegen mijn broer gezegd. Mijn vader had altijd een vast gezegde: Reken maar op niets, dan valt het ook niet tegen. En dat is 100% correct.  Omgekeerd klopt het ook: wil je veel reacties op iets hebben, moet er gewoon een onderwerp komen wat voor veel mensen dichtbij komt. Inderdaad, politiek en geloof.  Maar dat is niet de intentie van mijn broer, en ook niet van mij.  Het is gewoon jammer dat er zo weinig reacties komen.  Voor Regionaalnet maakt het niet uit, want die gaat dagelijks door met het verwerken van foto’s en gegevens. En wat mij betreft is het ook een bekeken zaak. Ik schrijf gewoon 100 tot 120 artikeltjes per jaar. Soms onzin, en soms gebaseerd op feiten, zoals een paar weken terug over de gluurders in Broeksterwâld, en de drone die voor slaapkamers hing. En die leverde wel weer reacties op. En dan klopt het weer, want dat komt weer heel dicht bij de mensen. Deze week belde iemand van de redactie van de Leeuwarder Courant met de vraag of ik nog meer informatie had over die gluurders, en of er nog nieuwe feiten waren. Kijk, die is gewoon bezig met zijn beroep en reageert wél. Maar verder?  Zo goed als niets. Bijna niets.  Vrijwel niks.

Geef een reactie