Duurzaamheid in Dantumadeel?

Afgelopen week reed ik weer eens over de Conradi Veenlandstraat in Damwâld.
En onwillekeurig moet ik dan steeds weer denken aan onze onderhandelingen met de Gemeente Dantumadeel over het huidige industrie terrein aan de noordzijde van deze Conr. Veenl. Straat .
Even de voorgeschiedenis: Vele jaren geleden kregen we een telefoontje over een grote partij materialen uit de wegenbouw.

Het bedrijf was failliet gegaan, en de curator moest nu de zaak verder afhandelen.
Het ging om een wegenbouwbedrijf aan de huidige CV straat.
Het hele gebied ten noorden en zuiden van deze weg was toen nog geheel onbebouwd.
Geen woningen en geen bedrijven.
De weg zelf was nog maar een paar jaar oud, voorzien van een noodbestrating, en stopte ongeveer ter hoogte waar nu stucadoorsbedrijf Kramer is gevestigd.
Aan de noordzijde lag al het materiaal op een groot onverhard terrein.
We hebben toen alles gekocht van de curator: tegels, stenen, zand, grind, grond, schaftwagens enz enz.


Veel handel, maar ook veel werk.
Tijdens één van de gesprekken met de curator kwam ook het feit ter sprake dat de kavel zelf ook te koop was.
Het ging over het gehele terrein, alles aan de noordzijde van de weg vanaf het Winkelcentrum tot ongeveer Kramer.
Omdat wij toen op zoek waren naar uitbreidingsmogelijkheden raakten we al snel in onderhandelingen.
Totdat daar abrupt een einde aan kwam: de Gemeente Dantumadeel was als onderhandelingspartner ten tonele verschenen.
Natuurlijk waren wij toen geen partij meer, en werden gewoon gepasseerd!
Zoals wellicht bekend, kocht de Gemeente Dantumadeel de grond, om die te ontwikkelen tot het huidige gebied: aan de zuidkant van de weg een woonwijk, en aan de noordzijde een industriegebiedje.
Omdat wij vanaf het begin in beeld waren geweest, kregen we al vrij snel contact met de “bedrijvenmanager” van de Gemeente.
We konden een stukje grond kopen in de uiterste noord-oost hoek van het gebied, en moesten dit dan zelf maar ontwikkelen, en voor een toegangsweg zorgen!!
De reden om ons weg te stoppen in een uithoekje werd ons al heel snel duidelijk: ons bedrijf was optisch niet mooi!
Wij hadden geen glazen pui, maakten lawaai met laden en lossen van materialen, en had nogal wat afvalstoffen!
Omdat dit allemaal geen oplossing was, zijn we uitgeweken naar Kootstertille waar de betreffende gemeente wél vriendelijk is naar bedrijven toe.
Zo met de jaren werd het hele gebied rond de CV straat volgebouwd met bedrijfsloodsen van bedrijven van uiteenlopende aard, maar vooral veel autobedrijven, en niet te vergeten: Gemeentewerken Dantumadeel! En wat hebben die o.a. in opslag?
Dezelfde materialen die destijds niet geschikt waren voor dit gebied: tegels, stenen, zand, zout, en andere (wegenbouw) materialen!
Maar het overgrote deel bestaat uit autobedrijven.
Herstel en reparatie van auto’s met alles wat daarbij hoort: luidruchtige luchthamers, proefritjes, dichtslaande portieren, etc. etc.
Intussen is ook ons bedrijf met z’n tijd meegegaan, en hebben wij een “schoon”bedrijf: oude pallets en kratten gaan naar de hout recycling, steen en dakpannenpuin gaan naar de puinbreker waar er gebroken puin van wordt gemaakt als grondstof voor de wegenbouw, alle ijzer en nonferro metalen worden gescheiden en verkocht, karton en plastic wordt door ons opnieuw gebruikt als verpakkingsmateriaal etc.
Een groot deel van ons materiaal wordt gestapeld in kratten of op pallets die ook al van een tweede of derde ronde genieten, en normaal gesproken afgevoerd worden als afval!
Ons hele bedrijfsmatige bestaan is gebaseerd op hergebruik van oude en gebruikte (bouw)materialen.
Vrijwel alles wat wij verhandelen is afkomstig uit de sloop, en gered van de shredder.
Deuren, stenen, dakpannen, beton en grindtegels krijgen een tweede kans!
En als ik dan weer eens over de CV straat rijd flitst dit hele verhaal door mijn hoofd en moet ik glimlachen: hier vinden we bedrijven die handelen in één van de grootste vervuilers op deze aardbol: de auto.
Nog steeds is ons bedrijf gevestigd in het mooie buitengebied tussen Damwâld en Broeksterwâld, geheel omzoomd door bomen, en zitten we bedrijfsmatig in “de groene hoek” van hergebruik van materialen.
Achteraf gezien ben ik blij dat we destijds niet zijn verhuisd naar de CV straat, want dan waren we nu met onze “groene handel” echt een buitenbeentje geweest op dit industrieterrein met al hun rijdende luchtvervuilers.
Toen was ik boos oven het standpunt van de Gemeente, achteraf gezien ben ik er blij mee.
En ach, als ik dan ’s ochtends vroeg ons opslagterrein oploop, en oog in oog sta met herten, hazen, fazanten, ooievaars en vossen kan ik daar heel goed mee leven.
Net zo goed als al die keren dat ik schrik van wegschietende hermelijnen, wezels, salamanders en nog veel meer van dat kleine spul

Geef een reactie