Redactielid?

In onze dorpskrant van november j.l. stond een oproep voor een nieuw redactielid. Ik heb hier een tijdje mee rondgelopen, en uiteindelijk heb ik mij aangemeld voor deze vacante plek. Maar niet na wat denkwerk. Want ik weet hoe moeilijk het is om mensen in een bestuur te krijgen, en sinds mijn vertrek als voorzitter bij deze dorpskrant is er geen nieuwe voorzitter geweest. Wel zijn er nieuwe mensen bijgekomen.  Maar het gaat in mijn geval om wat anders, en dat zit n.l. zo:  ooit was ik één van de grondleggers van deze dorpskrant en uiteindelijk heb ik het jubileumnummer na 10 jaargangen ook gemaakt.  Maar het veranderde allemaal toen een artikel van mij niet geplaatst werd. Natuurlijk heeft de redactie het recht om dat te doen, maar ik kreeg gewoon geen antwoord om het waarom van die weigering. Dat was destijds reden Dorpskrant nr 101genoeg om geen geschreven teksten meer aan te leveren, en sinds die tijd doe ik dat met een behoorlijke regelmaat op mijn www.broekcity.nl   En dat die veelgelezen wordt weet ik uit metingen en uit reacties onderweg. Maar  nu dus die lege stoel bij de redactie. Ik heb een mail naar de redactie gestuurd waarin ik mij beschikbaar stel, maar heb er ook in gezet dat wanneer er nog meer gegadigden zijn, ik afhaak.  En daar ligt wel degelijk een reden aan ten grondslag.  Want dat is n.l  die eerdergenoemde Broekcity.  Zonder ook maar enige vorm van weerstand kan ik daar schrijven wat ik wil:  er komt nooit een reactie!  Wel hoor ik via via allerlei op en aanmerkingen, maar vrijwel nooit op de man af. Een uitzondering daargelaten. En eerlijk gezegd heb ik daar meer respect voor dan al diegenen die wel een mening hebben over mijn geschrijf maar dat nooit rechtstreeks zullen zeggen. Ik weet dus dat er mensen zijn die het niet met mij eens zijn. Maar anderen juist wel. Tja, “de wierheid hat een skel lûd”.  Dat werd ook maar weer al te duidelijk in de dorpskrant van december waar er zelfs een Bijbelse uitspraak bij wordt gehaald om mij even “op mijn fouten te wijzen”. En dat is dus precies de reden dat ik heb aangegeven dat ik nog veel liever heb dat een ander op die stoel gaat zitten, en dat ik heel goed begrijp dat de redactie hierover een mening moet vormen. Aan de andere kant is het natuurlijk wel zo dat ik in die hele 10 jaar (100 nummers)  nog nooit commentaar heb gehad. En dat is op zich ook heel logisch, want een redactie ben je met z’n allen, en de voorzitter heeft niet de eindbeslissing.

Geef een reactie