Hij keert de weelde ( werkt te langzaam om rijk te worden)

 

Wat heb je aan al die miljoenen piet, als je moet plassen en hij doet het niet

 

Nog even, en ze vergaderen in een bushokje  (teruglopend ledental)

 

Het gele infuus   (bier)

 

Erven is bederven  (altijd ruzie)

 

Hij klaagt met spek in de bek. (hij wil steeds meer)

 

Niet alle bomen groeien recht  (er zijn meer mogelijkheden)

 

Een ander is altijd ouder

 

Blauw bier  (o% alcohol,  blauwe knoop)

 

Een eikenhouten bontjas  (doodskist)

 

Zij is zó  mager, als ze borstvoeding geeft, zuigen de ingewanden naar buiten!

 

Het hoeft niet de juiste maat te zijn, als het maar past (armoede, koopjes kopen)

 

Bergen dalen zullen elkaar nooit ontmoeten, maar mensen wel

 

De voorkant ziet de achterkant (balken die zó krom zijn dat ze bijna een halve slag maken)

 

Alleen al van werkwoorden op zich wordt hij al moe

 

Ik eerst, jij het langst. 2 mannen over een mooie vrouw

 

Eethoek:  mond.

 

Wij verplaatsen geschiedenis:  handelaren in oude bouwmaterialen

 

Ik ben al meer vergeten dan jij ooit zult leren

 

Van hard werken wordt je niet rijk, van LANG werken wel.

 

De auto van een alleenstaande:  staat rechts altijd te dicht op anderen

 

Sex? Ik krijg haar niet eens meer topless in bed!

 

Hij heeft de ruggengraat van een slak:  geen vaste mening

Hij heeft de ruggengraat van een visstick:  zitten ook geen botjes is

 

Hij heeft een ruggengraat  van nylontouw:  zeer flexibel

 

 

 

 

Geef een reactie